Kunstmatige intelligentie (AI) maakt in rap tempo zijn intrede op de Nederlandse werkvloer. Uit recent onderzoek van ING blijkt dat inmiddels meer dan de helft van de Nederlanders AI op het werk gebruikt, een stijging van 12 procent ten opzichte van vorig jaar. Toepassingen variëren van slimme e-mailassistenten tot automatische samenvattingen van vergaderingen. De technologie belooft efficiënter werken en tijdwinst, maar roept ook nieuwe vragen op.
Bezorgdheid over banen en toekomstperspectieven
Ondanks de snelle adoptie heerst er bij veel werknemers onzekerheid over de toekomst. Zo denkt 41 procent dat AI in de toekomst banen zal kosten. Tegelijkertijd verwacht vrijwel niemand dat zijn of haar eigen baan op korte termijn wordt overgenomen door machines. De meerderheid ziet AI vooral als een aanvulling op het werk, niet als een vervanging.
Verdeelde visies op maatschappelijke impact
De meningen over de maatschappelijke impact van AI lopen uiteen. Vier op de tien Nederlanders zien AI als een bedreiging voor de samenleving op de lange termijn. Daartegenover staat dat bijna de helft vooral kansen ziet in de opkomst van deze technologie. AI wordt dan ook vaak gezien als een hulpmiddel om slimmer en sneller te werken, vooral in sectoren zoals consultancy, technologie en financiële dienstverlening.
Nederland als koploper in AI-toepassing
Volgens ING is Nederland goed gepositioneerd om de voordelen van AI te benutten. Het land beschikt over een hoogopgeleide beroepsbevolking en kent een sterke vertegenwoordiging in sectoren die zich bij uitstek lenen voor AI-toepassingen. Om optimaal te profiteren van de kansen die AI biedt, is het volgens de bank wel belangrijk dat organisaties aandacht besteden aan scholing, ethiek en transparantie bij de inzet van deze technologie.
De komst van AI op de werkvloer lijkt daarmee onomkeerbaar, maar het debat over de gevolgen ervan is nog lang niet afgerond.
